Door in een project of gebiedsontwikkeling lucht-, water- en bodemverontreiniging (of andere milieueffecten) te beperken, is dat gunstig voor het milieu in en rondom het project. We streven naar een gezond milieu dat bijdraagt aan preventie van ziekten. Een deel van de totale ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door belasting van het milieu met bijvoorbeeld fijnstof. Voor water-, bodem- en luchtkwaliteit gelden in Nederland wettelijke normen, maar het is beter voor de gezondheid om daar onder te blijven. Veilig, schoon en gezond water, en veilige, schone en gezonde bodem en lucht is een belangrijk onderdeel van een duurzame leefmilieu. Door verschillende ontwikkelingen is de toestand van het natuurlijk systeem onder druk komen te staan en zijn de kwaliteiten van water, bodem en lucht achteruit gegaan. Sprekende voorbeelden hiervan zijn de problematiek rondom PFAS en Stikstof. Om het water, de bodem en de lucht ook gezond te houden voor toekomstige generaties, is het van belang om het maatschappelijke gebruik van deze systemen af te stemmen op wat deze systemen aan kunnen en hoe snel deze herstellen.
Scope
Onder het thema Milieueffecten valt de uitstoot van stikstof en fijnstof door installaties in de aanleg- en gebruiksfase én het gebruik van energie & brandstoffen tijdens de bouwfase van het project (bouwlogistiek en bouwproces), overeenkomend met de modules A4 en A5 uit de levenscyclusanalyse.
De zogenaamde ‘embedded’ uitstoot van stikstof en fijnstof, de emissies die veroorzaakt worden tijdens de levenscyclus van materialen, van winning tot en met einde levensduur, worden gerekend onder het thema circulariteit en Materialen. Dit betreft de fasen A1-3, B, C en D.
Schoon water is van levensbelang. Verontreiniging van het oppervlaktewater moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Schoon water moet schoon blijven, vermenging van vuil en schoon water moet worden voorkomen en schoonmaken wat verontreinigd is; het circulair maken van de waterketen. De waterkwaliteit dient te voldoen aan de normering (o.a. Kaderrichtlijn water en de Nitraatrichtlijn)
De bodem, ondergrond en grondwater zijn van vitaal belang. Voorkomen of saneren van bodemverontreiniging en het in stand houden van het grondwater en het bodemleven is daarvoor mogelijk nodig. Bodem en grondwater vormen één systeem en dit systeem is een cruciaal onderdeel van het bodembeheer. Inrichting, beheer en onderhoud dient functioneel afgestemd te worden op het in stand houden van deze systemen. Via maatregelen kan de kwaliteit van de bodem ook toenemen.
Een goede luchtkwaliteit is essentieel. Schone lucht betekent dat mensen langer, gezonder en met meer kwaliteit leven. Het voorkomen van luchtverontreiniging of tenminste voldoen aan de wet- en regelgeving voor de luchtkwaliteit is letterlijk van levensbelang.
De Omgevingswijzer helpt om op een systematische wijze de duurzaamheid van projecten en gebiedsontwikkelingen inzichtelijk te maken.